-
1 anbrennen
anbrennen1 vlam vatten, beginnen te branden2 aan-, verbranden♦voorbeelden:2 nichts anbrennen lassen • 〈 (a) informeel〉 zich niets laten ontgaan; 〈 (b) sport en spel〉 geen bal doorlatenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aansteken, doen branden -
2 nichts anbrennen lassen
См. также в других словарях:
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon